
Je hart volgen
26 september 2018
Reflexintegratie, als je primaire reflexen je in de weg blijven zitten
12 december 2018Sam heeft een ontwikkelingsvoorsprong
Mag ik het blauwe potlood van jou vraagt de 3-jarige Sam aan haar vriendje Max. Vol enthousiasme geeft Max een potlood aan Sam. “Dit is niet het blauwe potlood maar de groene, mag ik de blauwe?” vraagt Sam nogmaals. Deze keer geeft Max haar de rode. Sam wordt al wat onrustiger en vraagt nog een keer aan Max om het blauwe potlood. Max geeft haar het oranje potlood. Nu wordt Sam toch wel een beetje boos. “Ik vraag toch om het blauwe potlood, waarom geef je me die dan niet!” zegt ze boos. Max, zich van geen kwaad bewust, kijkt Sam aan en zegt: “Ik heb je het blauwe potlood toch al gegeven?”. “Niehiet” antwoord Sam, “dat waren de rode, groene en oranje maar niet de blauwe!”.
Sam stopt met kleuren en gaat verdrietig in het huisje onder de glijbaan zitten. Ze voelt zich een beetje alleen. Thuis snapt iedereen haar als ze vraagt om het blauwe potlood, daar kan ze ook zeggen dat ze liever de donkerblauwe wil en niet de lichtblauwe. Als ze tot tien wil tellen dan tellen ze met haar mee. Met opa kan ze soms al tot twintig tellen, dat is nog wel lastig maar ze vindt het zo leuk als opa dat probeert. Vorige week wilde Sam ook met Max tellen, maar Max wist na 1, 2, 3 niet meer wat daarna kwam. Sam heeft wel geprobeerd het hem uit te leggen maar Max was eigenlijk alweer met de auto’s aan het spelen. De volgende keer ga ik wel gewoon kleuren met de kleur die Max me geeft, denkt Sam. Misschien ken ik de kleuren toch niet zo goed. En dan maak ik ook die puzzel van 12 stukjes maar want niemand maakt hier puzzels van 50 stukjes.
Voordat Sam naar de peuterspeelzaal ging vonden de mensen om haar heen het zo knap dat ze alle kleuren al kent. Ze kan zelfs al bijna tot twintig tellen en herkent haar naam als ze die ergens ziet. Maar na de eerste weken op de peuterspeelzaal weet Sam het even niet meer. De kindjes om haar heen lijken de kleuren niet te kennen, kunnen nog niet echt tellen en hebben geen idee als hun naam ergens op staat. Zouden niet alle kindjes dit kunnen vraagt Sam zich af? Ben ik de enige die dit kan? Ben ik wel net als de andere kindjes of ben ik anders?
Zoveel dingen die in het kleine hoofdje van Sam omgaan. Dingen die aan de buitenkant helemaal niet te zien zijn want het gaat allemaal zo snel en Sam kan zich zo goed en snel aanpassen. Voor het eerst beseft ze dat niet iedereen is zoals zij is. Ze is echt anders dan andere kinderen, en dat is toch wel een schok voor het kleine meisje. Ze was zo trots op zichzelf dat ze al die dingen al kon en wist, maar nu blijkt dat de meeste andere kinderen dit niet kunnen gaat ze twijfelen en zich aanpassen, want anders zijn wil ze niet.
Sam is een peuter met een ontwikkelingsvoorsprong die voor het eerst naar de peuterspeelzaal gaat en daar tot de ontdekking komt dat ze anders is dan de meeste andere kinderen. Net als ieder anders mens wil Sam graag bij de groep horen en niet anders zijn. Doordat ze zo jong is kan ze nog niet onder woorden brengen wat ze voelt en ervaart. Ze gaat daardoor krampachtig proberen de anderen na te doen en past zich aan. Doordat ze zich zo goed kan aanpassen zal de leidster niet meer zien dat ze al meer kan dan de andere kinderen, en zal haar daardoor ook niet (kunnen) uitdagen. De enthousiaste en leergierige Sam verdwijnt na die eerste paar weken. Ze is het vertrouwen in zichzelf kwijt en ook het beeld wat ze van zichzelf had is veranderd.
Waarmee zouden we Sam kunnen helpen? Als eerste herkenning van en erkenning voor haar anders zijn. Ze heeft inderdaad een ontwikkelingsvoorsprong en dat maakt haar anders dan de andere kinderen. Niet beter of slechter, alleen anders. Voor Sam is het heel belangrijk dat er mensen om haar heen zijn die dit echt begrijpen en daarmee haar begrijpen. Die haar het gevoel geven dat ze goed is zoals ze is en daarmee het gevoel dat ze veilig is. Dat is namelijk voorwaarde nummer één voor een kind met een ontwikkelingsvoorsprong, en eigenlijk voor ieder kind, om echt tot bloei te komen en te durven laten zien wat ze kan.
Daarnaast heeft Sam ook echt behoefte aan kinderen die net zo zijn als ze. Ontwikkelingsgelijken waar ze zichzelf in herkent en zich veilig bij voelt. Kinderen om haar heen waaraan ze ziet dat ze niet alleen is, dat er meer kinderen zijn zoals zij die haar begrijpen. Zodat ze durft te laten zien wat ze allemaal al kan.
Deze dingen zullen Sam helpen het vertrouwen in zichzelf terug te vinden en weer de enthousiaste peuter te worden die heel veel dingen interessant vindt en van alles wil leren. De peuter die met plezier naar de peuterspeelzaal gaat, kan groeien en haar eigen ontwikkeling kan volgen!